Energieverplichtingen voor bedrijven worden strenger én flexibeler. Wat betekent dat concreet?
- info3127099
- 7 dagen geleden
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 5 dagen geleden
Voor bedrijven in Vlaanderen komen er de komende maanden een reeks nieuwe verplichtingen op het vlak van energie aan. Hier en daar worden de verplichtingen aangescherpt, maar er komt ook meer flexibiliteit. Wat verandert er nu precies? Wat zijn de gevolgen voor jouw bedrijfsgebouw of productieomgeving? In dit artikel ontdek je enkele belangrijke wijzigingen en waarom het slim is om daar vandaag al werk van te maken.

Gebouwbeheersysteem binnenkort verplicht
Bedrijven met grote verwarmings- of koelsystemen moeten tegen eind 2025 een gebouwbeheersysteem (GBS) installeren. Dat geldt voor alle niet-residentiële gebouwen met een totaal vermogen van meer dan 290 kW. Zo’n systeem monitort het energieverbruik, stuurt installaties aan en verhoogt de algemene efficiëntie.
Hoewel de exacte eisen nog worden uitgewerkt, verwachten VEKA-experten dat de drempel in de toekomst zal dalen naar 70 kW. Ook wie het vermogen van zijn installatie niet exact kent, moet een GBS voorzien. Uitzonderingen zijn mogelijk, maar enkel bij technische of economische onhaalbaarheid. Kortom: het loont de moeite om je nu al voor te bereiden.
Zonnepanelen verplicht… of toch niet helemaal?
In 2024 was er heel wat te doen rond de PV-verplichting voor bedrijven die de Vlaamse overheid zou invoeren. Goed nieuws: deze verplichting werd versoepeld. Oorspronkelijk moesten ondernemingen tegen 30 juni 2025 zonnepanelen installeren. Die deadline is uitgesteld tot 1 april 2026, op voorwaarde dat je kan aantonen dat je al een contractuele verbintenis bent aangegaan. Zo krijg je als bedrijf extra ademruimte én rechtszekerheid, zeker gezien de lange doorlooptijden van PV-projecten.
De regelgeving wordt tegelijk flexibeler. Zo mogen PV-installaties ook op de grond worden geplaatst, en komen ook alternatieven zoals warmtepompen op restwarmte en thermische zonne-energie in aanmerking. Kies je bijvoorbeeld voor een warmtepomp, dan moet die evenveel hernieuwbare energie leveren als de PV-installatie had moeten opwekken.
Ook een positieve wijziging: als je zonnepanelen op het industriële gedeelte van een gemengd gebouw plaatst, mag je de opbrengst daarvan volledig in rekening brengen. Die wordt pro rata verdeeld over kantoor- en industriegedeelte, als beide deelverbruiken gekend zijn. Deze wijziging kadert in het EPC NR.
Strengere EPC-plicht voor niet-residentiële gebouwen
Vanaf 1 januari 2026 wordt het EPC NR (Energieprestatiecertificaat voor Niet-Residentiële gebouwen) verplicht voor alle grote gebouwen (< 1000 m²), ongeacht of ze worden verkocht of verhuurd. Voor kleinere niet-residentiële gebouwen geldt de verplichting bij verkoop of verhuur, of wanneer er sprake is van een andere notariële overdracht.
Eigenaars moeten bij publicatie van een advertentie en bij het verlijden van de akte kunnen aantonen dat het EPC beschikbaar is. Dat geldt ook voor erfpacht en opstalrechten. Het certificaat moet bovendien worden opgesteld door een erkend energiedeskundige type D. Beschermde gebouwen zoals monumenten vallen ook onder deze plicht.
Wie eigenaar is van een kleinere niet-residentiële gebouweenheid (zoals een winkel of praktijkruimte) kan in plaats van een EPC NR ook kiezen voor een EPC kNR, dat inhoudelijk sterk lijkt op het EPC voor woningen.
Bereid je vandaag al voor met Denercon
De wijzigingen in de energieregelgeving vragen vandaag al om concrete actie. Wil je zeker zijn dat jouw bedrijf op tijd in regel is met de PV-verplichting, het gebouwbeheersysteem of het EPC NR? Neem dan contact op met Denercon. Onze experten helpen je met advies op maat, technische begeleiding én strategische keuzes om vandaag én morgen wettelijk in orde én energie-efficiënt te zijn.